Reisverslag Copan, Utila en La Ceiba, 30/8-5/9
Door: Paul en Gerrel
Blijf op de hoogte en volg Gerrel en Paul
24 November 2010 | Nederland, Amsterdam
Vanuit Guatemala kwamen we op 30/8 per minibus aan in Copan. Een kleine plaats net over de grens. We waren er vroeg, in de hitte van de ochtend, al te heet om veel met bagage te sjouwen. We kiezen voor een guesthouse 2 straten verder: LOS GEMELOS (de tweeling). De rugzakken hebben moeite met de grote straatkeien, een soort grove kinderkoppen. Na het droppen van de bagage gaan we een hap eten in restaurant CASA de TODO: ook winkel, bibliotheek, internetetc. Het lukt er zelfs om weer eens met Loran te skypen; hij past nauwelijks in het beeldvenster, letterlijk en figuurlijk... Het winkeltje heeft ook prachtige sierraden. Gerrel kan (nog) niet kiezen en zal hier nog vaak aan terugdenken, want spijt dat… Na het eten verkennen we de rest van het dorpje: schilderachtig, leuk pleintje met veel mensen van alle leeftijden op banken en stoepen, zich verbazend over die 2 toeristen die omzichtig door de straat trekken, klaar om direct te reageren op mogelijk gevaar. Zoals tot nu toe steeds: een rustige vreedzame omgeving terwijl ook hier de kranten weer vol staan van de misdaden.
We gaan op pad naar de RUINES de COPAN, de uitlopers van het MAYA rijk in Honduras, een stevige wandeling van 30 min. De ingang wordt bewaakt door een groep jonge militairen. Op het terrein wordt gewaarschuwd niet van de hoofdpaden af te wijken; er zijn ook niet betalende gasten… Afwijken was niet nodig want er was genoeg te zien in het officiële deel. Veel beelden en enorme, indrukwekkende gebouwen. We dwalen er uren rond en wanen ons in het Maya tijdperk, als koning en koningin natuurlijk. Terug met een Tuk tuk ( sneller en toch veiliger) die ons weer in het heden terugschudt.
We doen nog een rondje dorp en belanden bij café VIAVIA van een Belg voor het middag biertje. Als we begin van de avond op zoek gaan naar een restaurant valt het licht uit. Een spookachtig schouwspel. Donkere straten, een enkele plek met generator, we dreigen te verdwalen, geen zaklamp bij ons, teveel honger om de lamp te halen, te veel twijfel om zomaar een donker lokaal binnen te stappen. Het wordt een traditioneel restaurantje met zwakke kaarsen en geduldig wachtende locals. We voelen ons weer veilig. Het lukt in het donker om goed te eten. Belangrijk want de vervolgreis wordt weer pittig: Om 4u op voor de bus naar het eilandje Utila in de Caribische Zee.
De volgende vroege morgen is het dorp uitgestorven. Met spijt lopen we langs Casa de Todo, de mooie oorbellen blijven liggen. We hebben nog geen ticket kunnen bemachtigen, maar de bus is bijna leeg dus we kunnen mee. Heel luxe met HEDMAN ALERS TOURS. Om 10 u stoppen we in Pedro de Sula bij een busstation annex giga winkelcentrum. Bij inchecken in de volgende, helaas kleinere en overvolle bus wordt Paul gestript: teveel bagage in te grote rugzak. Na overladen in kleinere zakken (en daarna weer in oorspronkelijke rugzak) mag hij mee. Gerrel ligt in een deuk als ze ziet dat Paul in de mangel genomen wordt door een ijverige controleuze. In de bus ontmoeten we Thomas, afgestudeerd advocaat, hij heeft besloten op een mooie warme plek in de wereld, Utila, een opleiding tot duikleraar te doen voor het geval zijn werk zou gaan vervelen. Wij kiezen ook voor Utila, vooral omdat andere eiland Roatan veel drukker en duurder lijkt. Bij de pier voor de boot naar Utila struikelt Paul over een parasol voet. Gerrel wordt erbij gehaald en schrikt zich een grote hoed; Beetje bloed blijkt diepe snee tot op bot in scheenbeen, gat in voetzool en ontvelde teen te zijn. Dikke pech, veel bloed, maar pijn valt mee. Met hulp van Thomas maken we er een mooi verbonden pakket in fraai plastic van. Besluiten eerst de overtocht te maken, hotel te zoeken en dan naar de dokter. Met de Tuk tuk op pad (kan net met de grote rugzakken over de benen), kiezen we voor guesthouse MARGARITA. Grote kamer met een balkon rondom en uitzicht op, en geluid van gedonder van de zee. Dan op zoek naar hulp; een apotheek blijkt bemand door goede dokter. Het wordt hechten van scheenbeen en verbinden van teen en zool. Het wordt helaas teveel voor Paul, bij de tweede spuit valt hij flauw in de armen van Gerrel. Met veel water, wapperen en geruststellen kan de klus geklaard worden; 6 hechtingen, veel verband en een zak vol medicijnen inclusief een antibioticakuur. Paul mag voorlopig niet zwemmen of duiken, allebei een grote teleurstelling. Verder mag alles?! Afgezien van wat moeilijk en (nog) langzamer lopen heeft hij er geen last van. Een wesp maakt nog misbruik van zijn trage gang; een voltreffer op de hand. Gelukkig is de trek er niet minder om en vieren we het overleven van Paul met een gegrilde vis, waarna we allebei omvallen; het was een heel lange en erg enerverende reisdag.
Utila is een paradijs voor duikers. Bijna elke accommodatie biedt duiktochten aan, maar helaas met een beenwond zit dat er voorlopig niet in. We huren 2 fietsen en toeren over het zonnige kleine eiland. We vinden een grote uitgestorven pier, Coral View bij een luxe hotel, waar Gerrel met snorkel kleine visjes achtervolgt en Paul in de schaduw slaapt, want zwemmen is er voor hem voorlopig niet bij. Op de steiger leest Gerrel het boek “Do not look me in the eye” van John Elder Robison uit. Een heel helder verhaal over een man die een leven met Asperger (een speciale vorm van autisme) beschrijft. Een grote aanrader voor ieder die bij Asperger betrokken is. Als Paul wakker is blijkt er ook bier te krijgen. Daarna test Paul het toilet van het hotel: hij blijkt ook een flinke diarree te hebben. De fietstocht terug over de zandpaden, langs de stranden en een paar eethutjes levert een goede trek voor de avond op. We hadden eerder op de dag La Picolo, een Italiaans restaurant, ontdekt. Het blijkt heel fraai ingericht met mooie kunst aan de muur en goede jazzmuziek. De gerechten waren er even smaakvol, we hebben er heerlijke pasta met olijfolie en veel in veel olijfolie gebakken knoflook gegeten, een aanrader. Ondank de handicaps toch een mooie dag.
De volgende dag besloten we na een superlekker ontbijt bij Munchie’s Cafe, de andere kant van het eiland per fiets te ontdekken. Pas na een dag of 3 zou zwemmen of duiken mogelijk zijn. De westkant van het eiland had zo mogelijk nog meer duikscholen, veelal gecombineerd met fraai hotel. Na het oversteken van een riviertje werd de bebouwing snel schaarser en zaten we al gauw in een niemandsland. Mooi uitzicht over zee, hier en daar een luxe nieuwbouw project, maar toch wel heel stil. Het zou heel veilig zijn op het eiland maar toch…. Gerrel vond het te riskant en we besloten bij een verlaten villa te pauzeren en daarna om te keren. Paul voelde zich erg slap en draaierig. Niet verwonderlijk: onder de medicijnen voor zijn been, diarree, hete zon en Gerrel, die op de fiets, als ze in de piepzak, zit nauwelijks bij te houden is. Later aan tafel bij RJ’s BBQ (beste gril in town) hoorden we van de buren, residente Canadezen, dat in het gebied waar we net geweest waren, onlangs enkele toeristen volledig beroofd waren, oef.. De goede afloop hebben we meteen gevierd met een heerlijk visje. Op weg naar ons hotel hebben we bij de Duitse duikschool van Gunther naar de tarieven geïnformeerd: Al vanaf $ 20 was een enkeltanks duiktrip mogelijk!! Uit de gids weten we dat het een goede en betrouwbare duikschool is. Hopelijk zou het been snel genoeg helen. De volgende ochtend zouden we het weten, controle bij de dokter. De gehechte wond zag er prima uit, de teen en het gat in de zool waren minder. Nog niet verstandig te gaan duiken. Gunter afgezegd, geprobeerd de fietshuur te verlengen wat niet lukte. Dan maar te voet op pad naar een mooi strand. Dat werd wederom Coral View, wel wat ver zonder fiets, dus onder protest van Paul, maar een biertje en een fraai zonne terras deed wonderen. We hoorden er ook dat het duiken hier heel mooi was; misschien toch maar eens terugkomen.
Voor de avond hadden we een tip gekregen van een verkoopster uit een andere duiksschool: Restaurant BABALOU, gebouwd op het water met een open stuk midden in het restaurant, waar je zo op de bodem van de zee de vissen kon zien krioelen. We ontmoetten er ook weer Thomas, die nu halverwege zijn duikmaster opleiding was. Het bleek vooral training on the job te zijn. Hij moest 2x per dag op pad met een groep beginners en kreeg af en toe wat feedback. Klonk alsof hij misbruikt werd als goedkope arbeidskracht. Was wel heel leuk hem weer te zien, hoewel hij het druk had met “nabespreken met leuke (vr) cursisten. Het was inmiddels duidelijk dat duiken er voor mij voorlopig niet in zou zitten. De laatste dag op het eiland hebben we super simpel ontbeten achter kippengaas, kleine portie, helaas met frijoles (bruine bonen pap). Het duurde toch heel lang voor het klaar was, we moesten nog inpakken. We namen afscheid van het mooie hete eiland in een maf cafe van Texanen, tegenover ons hotel, ook op het water gebouwd. Nog ff internetten, lekkere hap voor de lunch en klaar staan voor de Tuk tuk naar de boot.
Op 4/9 om 2u pm vertrok de snelle wiebel ferry naar la Ceiba, deze keer met flinke regen onderweg. Aan wal langs het terras waar Paul zijn been had opengehaald….. Met 2 jonge Belgen in een taxi. Een van hen was doodziek geweest van Dengué. We waren al gewaarschuwd maar schrokken toch. Naar hotel San Carlos, maar taxi wist beter: Hotel Espagna. Het zou de heetste overnachting van deze reis worden: super hot, meer dan 40 in de nacht, waar de 2 ventilatoren en alle deuren en ramen open geen verandering in bracht. La Ceiba staat bekend als behoorlijk onveilig, enkele straten met winkels uitgezonderd. Wij waren er eind van de middag, op tijd om nog wat winkels en kramen te bekijken. Heerlijk gegeten en geinternet in Café Royale. Informatie en ticket voor vervolg traject was niet te krijgen. Daarna, in de avond waren de straten snel uitgestorven. Af en toe scheurde er een auto langs met getoeter of geschreeuw. Volgende ochtend super vroeg op (h5!!) met hotel eigenaar in grote SUF auto naar busstation, want volgens hem kon je daar een ticket kopen. Dat klopte en na wat wachten en incheck formaliteiten, oa een foto (voor als de rit mis zou gaan??) en weg uit Honduras naar het veilige Nicaragua/Managua. Onderweg wel het ook nog wat spannender door de slechte wegen maar de foto hoefde gelukkig niet gebruikt te worden. Op 5/9 passeren we de grens.
Indruk van Utilla – Honduras. In Copan waren we heel kort, op doorreis. Het was een leuk vriendelijk dorpje dat in wel erg op toeristen en grensverkeer was ingesteld; veel herdenkingsartikelen, sierraden bars en restauranten. Het Maya complex was zeker ook de moeite waard. Utila was heel goed bevallen. Het is een heel relaxed eiland. Het leef en werk tempo ligt er erg laag. Volgens een bewoner komt er geen criminaliteit voor, ieder kent iedereen, er is een goede sociale controle en alle bendes zitten op het vasteland (wij hadden dus wel van overvallen gehoord, dit patroon kwamen we overal tegen, de criminaliteit was altijd in andere steden of regio’s!) Er zijn bijna geen auto’s op het eiland, wel veel brommers en wat fietsen en veel (golf) karretjes in alle soorten en maten. Er is maar een smalle hoofdweg, die aan de uiteinden in zandpaden overgaan. De mensen speken er wel Spaans , fijn na onze cursus van Guatemala, maar ook een soort gebroken Engels/Kreools. Waarschijnlijk is het grotere buureiland Roatan veel luxer en duurder met een meer gevarieerd aanbod en met wat mooiere stranden. Met de wond van Paul en de beperkingen daardoor was Roatan misschien een betere bestemming geweest. In la Ceiba waren we kort: heel terecht. We verheugden ons op het veilige Nicaragua.
-
25 November 2010 - 09:11
Hetty:
Hoi, bedankt, leuk.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley