Reisverslag Caya Caulker, 5-8
Door: Paul en Gerrel
Blijf op de hoogte en volg Gerrel en Paul
13 Augustus 2010 | Guatemala, Flores
Iedereen moest van boord voor de controle van de immigratie en de douane check. San Pedro is een nogal commerciële plaats, een soort van mini La Vegas in Belize. Toen we hoorden dat we gelijk door konden varen met een kleinere speedboot naar CAYA CAULKER, daar wilden we toch al heen, was de beslissing snel genomen. Wat we vanaf de kust konden zien van San Pedro zag er toch wel pittoresk uit met allemaal pastel kleurige houten huizen, mooi in de verf.
Een half uur later meerden we aan in Caya Caulker. Daar hetzelfde beeld, maar veel kleinere huizen, veel minder en iets minder goed in de verf. Het was intussen bijna avond en de talrijke backpacker accommodaties waren dicht of vol. Aan boord had Gerrel de matroos horen praten over hotel MIRAMAR. Dat zou goedkoop zijn, maar goed voor de eerste nacht. Er was daar een lange gang met allemaal kamers van houten schotten van 3 bij 3 meter (meer een cel). Terwijl wij ons installeerden zagen wij iedereen uit onze boot voorbij komen. Onderweg waren we een restaurantje gepasseerd waar het zalig rook. Het was meer een kleine houten keuken met 2 tafels buiten voor de deur, pal aan zee. Daar hebben we divine pasta met lobster gegeten. De lekkerste maaltijd tot zover. De kok/eigenaar, SANDRO uit Hongarije, vertelde dat zijn buurvrouw ILNA een huisje/studio te huur had, maar zij was er die avond niet.
In hotel MIRAMAR viel ’s nachts een plank uit het bed met een enorme klap op de houten vloer …. Gerrel schrok zo dat dacht dat het bed brak. Paul heeft hem er weer tussen geklemd. ’s Ochtends om half 7 gebeurde het weer en dit was voor Gerrel het startsein om om 7u a.m. het huisje van ILNA te gaan bekijken. Ze moest even wachten en om 8u had ze het huisje gezien: Klein, heel schattig en gezellig. Geen moment geaarzeld vooral omdat het spotgoedkoop was. Gerrel vermoedde wel een adder onder het gras. Zo goedkoop en pal aan zee? En dat bleek te kloppen. Eenmaal daar bleek het kraanwater enorm te stinken. Volgens Ilna en de buren doordat er brak zeewater in de waterleiding kwam en daarmee ook zwavel… Maar volgens ons reisboek kon het ook liggen aan volle, overlopende septic tanks. Enfin, om ieder risico te vermijden hebben we ons daarna alleen nog maar gewassen in zee en het ergste zout afgespoeld met drinkwater uit flessen. Wij herinnerden ons dat in de lagoon bij Bacalar mensen zich insmeerden met klei en dat de lucht van zwavel een beetje leek op die van ons kraanwater: rottingslucht.
Op zondag wilden wij skypen met Erik (pauls zoon), maar wat we ook deden, het lukte niet. Bij navraag werd ons verteld dat in Belize de lokale telefoonmaatschappij (BTL, nickname: Better Telephone Later..) skype ed blokkeerde. Een Amerikaanse dame met een internetzaak heeft er iets op gevonden. Zij beweert als enige in heel Belize te kunnen skypen???
Het eiland Cay Caulker is heel klein: 8 km lang, 600mtr breed en helemaal plat. Er zijn alleen maar zandpaden (geen enkele verharde weg) en in plaats van auto’s rijden er een soort golfkarretjes, de meeste op elektra.
Door het noodweer van dinsdag nacht vroegen we ons af wat er zou gebeuren in geval van een cycloon of orkaan. We hoorden dat dan de hele bevolking van het eilandje naar het vasteland geëvacueerd wordt. In 1961 heeft hurricane Hattie het hele eiland over/schoongespoeld. Daarna bestond het eiland uit twee losse delen.
De lokals lijken qua uiterlijk en gedrag op Jamaicanen. Veel dreadlocks, reggae music, drank (rum), marihuana bloemen op kleding of lijf. Ze gedragen zich heel cool, luidruchtig tot diep in de nacht, maar met veel humor. Zo fiets er nu eentje voorbij (35grad Celsius) en zingt; I’m dreaming of a white Christmas. Ze spreken een heel verbasterd Engels doorspekt met Spaanse woorden en om de 5 woorden: fok, lastig te verstaan, behalve het laatste… Heel veel Belizianen, met name gestudeerden (wel to do) wonen in de VS, bijvoorbeeld alle 4 dochters van onze hospita Ilna en zowel de vrouw als de kinderen van de kapitein van onze zeilboot (zie verder). Veel Amerikanen en Canadezen investeren in property in Belize, Mexico, etc. Als iemand uit Belize een aanvraag indient voor een VS visum betaald hij/zij $ 280 dollar louter voor de aanvraag en is dit geld kwijt als het visum wordt afgewezen. Dus voor mensen met een laag inkomen, praktisch onoverkomelijk. Opzet? We denken van wel.
In ons mooie huisje is Paul wat gaan klussen: oa bijna alle lampen vervangen en fittingen en stopcontacten gerepareerd. Verder heeft hij het muskietengaas van de voordeur vervangen en een aantal gaten van horren voor de ramen gerepareerd, het vervuilde aanrecht weer blinkend gemaakt, het tuinhek gerepareerd, de electromobiel van de hospita een beurt gegeven etc. De hospita was zo blij dat wij als contraprestatie de kamer niet hoefden te betalen! Dus is Paul extra blij.
Vanuit het huisje hebben we zicht op de steiger van aankomst en vertrek van San Pedro en Belize city. Het is een komen en gaan van vooral backpackers. Toen het even droog was zijn wij een ommetje gaan maken naar de westkant van het eiland: een grote vuilnisbelt en lelijke vervallen (bedrijfs)gebouwen. Gerrel hield het snel voor gezien. Paul zag er toch wel de charme van in en heeft er nog wat foto’s van gezonken boten, stapels kapotte tv’s, bergen ingezamelde plastic flessen etc genomen.
Voor het ontbijt zorgen we hier zelf. Maar voor de rest is er een ruime keus aan goede eethuizen. Bijna overal staat lobster op het menu en dat is smullen! Meestal is dat buiten op een terras. Op een avond hadden we net de maaltijd achter de kiezen toen een giga stort en windbui ons verraste. Spullen bij elkaar gegrist en een snelle sprint naar ons huisje dat gelukkig vlakbij was. Maar thuis; waar is de bril van Paul? Niet in huis! Terug naar het restaurant: ook niet, Teleurgesteld terug naar huis, fiets ontweken die ook door de regen vluchtte, die zei sorry, maar dat bleek te zijn ivm het overrijden van mijn bril, blijkbaar gevallen onder het rennen, Maar glazen heel en verder nauwelijks verbogen, weer veel geluk gehad!
Voor de laatste dag in Cay Caulker hadden we ons ingeschreven voor een snorkelavontuur op de zeilboot La Merced van de 71 jarige kapitein JUNI. Dit houten schip heeft hij en aantal jaren geleden zelf gebouwd, wat ook goed te zien was aan de verzorgdheid van de boot. Wij moesten om 9.45 bij zijn shop verzamelen, maar toen we daar kwamen was de tent al gesloten. Op een holletje naar zijn boot. Iedereen (5 personen) zat er al in en kapitein Juni keek ons wat verstoord aan; hij had haast om te vertrekken. Op een kleine buitenboordmotor voeren we lange tijd langs het rif, dat in al in Mexico begint en vanwege de lengte en schoonheid wereldberoemd is. Bij de beoogde snorkelplaats krioelde het van de boten en nog meer van de mensen. Gelukkig stonden de meeste op punt van vertrek; zij waren er eerder met snelle speedboten. Deskundig meerde Juni aan bij een boei. Hij wenste op geen enkele wijze geholpen te worden, daarvoor was hij veel te eigenwijs. Voor de tewaterlating kregen wij uitvoerig instructie hoe ons te gedragen in het water, rustig doorzwemmen, niets aanraken, niet wijzen naar vissen of haaien (???) en dus vooral rustig blijven. Gerrel gruwt zichtbaar, als dat maar goed gaat. Hij zou mantras op onze buik leggen en ons met de haaien laten spelen…. Het werd inderdaad een heel speciale gebeurtenis. Zodra we in het water waren en Juni wrijvende handbewegingen maakte werd hij en wij omgeven door veelkleurige vissen die hem de hele tocht zouden volgen. Inmiddels waren ook enkele grote mantra’s of roggen genaderd. Hij tilde ze op en legde ze inderdaad op de buik van wie dat wilde. Later volgde een kleine haai die door Juni opgepakt, gestreeld en zelfs gekust werd. Op de tocht werd ook een vervaarlijke zeeslang uit zijn hol gelokt en ook hij ging op de armen van Juni. Bij de riffen stond veel stroming en wij konden onze bejaarde gids maar met moeite bijhouden. Toen Gerrel door een forse Amerikaanse aan de kant geduwd werd en water in de pijp kreeg was de enige reatie van Juni: doorzwemmen! Op de boot had Juni een geheim van schildpadden vrijgegeven: de 13 vlakken komen overeen met de 13 volle manen en zo zijn dieren, mensen en de hele natuurverbonden. Juni is niet alleen een heel speciale man, maar hij is ook heel spiritueel. Hij zou de vissen aanvoelen en de vissen hem. Andere snorkelinstructeurs probeerden nabij te komen om de kunsten van Juni ook aan hun klanten te tonen. De terugtocht werd zeilend afgelegd; er stond een stevige wind en met een mooi vol groot zeil en een grote aparte fok met giek hadden we een mooie tocht terug met genoeg om over na te denken.
De laatste avond waren we wat weemoedig door het geplande vertrek. Inmiddels waren we aardig gehecht aan het huisje met het prachtige uitzicht (lijkt een beetje op ons huisje in Spanje; Villamalika), de mooie zee voor de deur en de relaxte sfeer van het eiland. Om de pijn te verzachten hebben we bij Sandro nog eens van zijn prima keuken genoten.
De volgende ochtend (vrijdag juni) lukte het nipt om op de speedboot van 10.30u naar Belize City te stappen; ons volgende avontuur!
-
13 Augustus 2010 - 04:27
Gerdi:
Goh, spannend allemaal ! -
13 Augustus 2010 - 10:27
Erik Bruin:
He Paul!
Goed om te lezen dat Caye Caulker je inderdaad goed bevallen is! Al vond ik dat klussen wel een beetje overdreven hoor :-). Ben benieuwd naar de volgende verhalen. Neem aan dat je niet te lang in Belize City blijft hangen. Linke stad volgens mij :-) -
13 Augustus 2010 - 18:43
Oda Zonnenberg:
Wat een leuk huisje zeg en dat snorkelen hebben jullie nu ook die haai gekust? Ik vind het super interessant die verhalen leuk hoor en bedankt voor dit geweldige verslag.
Goede reis maar weer naar jullie volgende avontuur.
Liefs Oda -
14 Augustus 2010 - 20:50
Hetty:
Dag lieverds, ik volg jullie avontuur en geniet ervan. Hier alles super goed.
Dikke kus en groetjes van Hans, Hetty
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley